Automaat – We zien ze steeds vaker

Tegenwoordig zien we de automatische versnellingsbak steeds vaker in de nieuwere auto’s.
Deze worden technisch steeds beter en zijn niet meer die trage en brandstofslurpende transmissies.

Maar hoe werkt dit nou eigenlijk en zitten er voordelen en/of nadelen aan ten opzichte van de normale handgeschakelde versnellingsbak? In dit artikel willen wij u hierover informeren.

De conventionele automaat werd in 1939 door het Amerikaanse Oldsmobile geïntroduceerd.
De conventionele automaat telt net als een handbak een aantal vaste versnellingen waartussen geschakeld kan worden.
Een automaat schakelt door koppelingen met bepaalde assen te verbinden.
Deze assen zijn bevestigd op een zogenaamd planetair tandwielstelsel, iedere as heeft daarin een andere overbrenging.
Het schakelen tussen de verschillende overbrengingen gaat in veel gevallen met een oliedruk.
Bij een automaat wordt geen gebruik gemaakt van een koppeling, er wordt gebruik gemaakt van een koppelomvormer. De koppelomvormer zorgt voor een zeer geleidelijke beweging tussen twee verschillende overbrengingen.
De conventionele automaat werkte in het begin met 4 versnellingen, in de loop van de jaren is het aantal versnellingen verhoogd.
Tegenwoordig worden er versnellingsbakken toegepast met wel 7 of 8 versnellingen.
Naast deze standaard versnellingen heeft de automaat nog een aantal andere standen om deze aan de omstandigheden aan te passen.
Doorgaans wordt hier gebruik gemaakt van de D, P, N en R standen, daarnaast worden nog standen als S, E, W, 2 en 3 gebruikt.

D Drive – Normale automatische transmissie werking
P Park – De versnellingsbak staat geblokkeerd
N Neutral – Versnellingsbak is ontkoppelt
R Reverse – Achteruit rijden
S Sport – De versnellingsbak schakelt later op en eerder terug
E Economy – De versnellingsbak schakelt eerder op en later terug, lager brandstofverbruik
W Winter – Wegrijden in tweede versnelling en eerder schakelen om wielspin te voorkomen
2 Vastzetten in tweede versnelling – Handig bij klimmen of afdalen, kan op motor worden geremd
3 Vastzetten in derde versnelling – Hier geldt hetzelfde als bij ‘2’.

De meeste automaten die tegenwoordig in auto’s worden geleverd zijn ‘halfautomaten’.
Deze nieuwe automaten kunnen volledig automatisch gebruikt worden (vergelijkbaar met de conventionele automaat) en er kan gekozen worden voor handmatige bediening (schakelen tussen de verschillende versnellingen zonder te koppelen en gas los te laten).
Met de handmatige bediening kan door de bestuurder het moment van schakelen bepaald worden, bij volledige automatische werking wordt dit door de computer bepaald.

De nieuwste techniek op het gebied van automatische transmissie is het gebruik van een dubbele koppeling. Dit principe is eind jaren ’90 geïntroduceerd door Audi onder de naam DSG (Dual Shift Gearbox).
Tegenwoordig wordt dit principe door steeds meer autofabrikanten overgenomen.

De werking van deze transmissie met dubbele koppeling kan kort uitgelegd worden; De versnellingsbak beschikt over twee assen, op de één as bevinden zich alle even versnellingen en op de andere as de oneven versnellingen. Beide assen beschikken over een eigen koppeling, hierdoor kan tijdens het rijden in een versnelling alvast de volgende versnelling ‘klaargezet’ worden. Wanneer er bijvoorbeeld in de tweede versnelling gereden wordt op de ene as, staan de eerste en derde versnellingen op de andere as al klaar. De schakeltijd wordt hiermee erg kort.

De algemene werking van de automatische transmissie is nu beschreven.
Want ook in de 4×4 voertuigen komen we steeds vaker een automaat tegen.
Bij 4×4 voertuigen moeten we denken aan hoge koppels en zwaardere belasting van de aandrijflijn.
Dit betekent dat ook de automaat hierop ontworpen dient te zijn. De komst van elektronisch aangestuurde automaatbakken heeft ertoe geleid dat ook bij terreinauto,s een automaat perfect kan functioneren.

Wilt u meer informatie over dit onderdeel of heeft u vragen, neem dan contact met ons op! Ook voor onderhoud staan wij als 4×4 specialist voor u klaar.